Het bekendste Surinaamse gedicht (na het volkslied) is ‘Wan’ van Dobru. Dobru debuteerde in 1965 met de bundel 'Matapi', welke zoveel betekent als 'cassavepers'. De R. Dobru-stichting die zijn gedachtegoed levend wil houden, publiceerde een kalender met zijn gedichten, maar liet verder zelden iets van zich horen. nen met het aanduiden van vier constanten: volksmassa, creool-zijn, nationalisme en revolutie. natuur naar zijn hand zet, gelijk de ik uit Slory's ‘Orfeu negro’ (uit Sarka, 1961) dat gedaan had: Ook het korte gedicht ‘Pina’ (opgenomen in Matapi) waarmee Dobru zich tegenover zijn leraar Nederlands als Sranan-dichter bewees, is stukken sterker dan ‘Wan bon’. Kies nu uit duizenden gedichten, helemaal gratis. Het is een vaststelling over de dichter Dobru. Dagelijks nieuwe gedichten. Hij was de wegbereider voor het materiaal dat Michael Slory zou aandragen nadat deze in september 1970 in Suriname teruggekeerd was en Dobru besefte dat ook. Maar misschien is toch het allerbelangrijkste geweest zijn invloed op het volk dat zijn eigen taal nog als inferieur aan het Nederlands zag. Kies nu uit duizenden gedichten, helemaal gratis. Behalve zijn gedichten is ook zijn openlijke steun aan de Cubaanse revolutie gememoreerd. Over ons Welkom op de nieuwe website van Surinaamse boeken en Caraïbische literatuur. (TIP) Suriname gedicht nodig? De bundel bevat Surinaams-Nederlandse gedichten, gedichten in het Sranan, en enkele korte prozastukken in het Sranan. Zijn proza in Wasoema [Wasvrouw] verzamelde schetsen uit het leven op een erf van Paramaribo (1967), De plee (wc) en andere verhalen (1968) en de korte roman Oema soso [Enkel de vrouw] (1968) is levendig, maar lijdt aan een teveel aan gepreek. Pagina 1 van circa 264.000 resultaten voor surinaamse gedichten - 0.048 sec. Het getuigt van een doordachte strategie om een ideologie van maatschappelijke verandering zo'n vorm te geven dat de massa die verstaat. Niet weinigen leerden van hem de mogelijkheden om in het Sranan of Surinaams-Nederlands te gaan schrijven. We zijn begon-. Deze visie op het functioneren van het woord heeft - waarschijnlijk in combinatie met Dobru's beperkte mogelijkheden als. Datzelfde geldt voor Paarweri; Bos mi esesi 2 (ook van 1967) dat Walrecht opeens ‘stukken beter’ vindt. De viool die afgezet wordt tegen de volksere drum, het thee-drinken dat als westers wordt verworpen:3 het zijn stellingen die tegen alle feiten indruisen, maar die wel aanslaan bij een breed publiek. [2], Bibliothèque nationale de France: cb167536985 (data)Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren: dobr001Gemeinsame Normdatei: 1024460614International Standard Name Identifier: 0000 0000 2165 8718Library of Congress Control Number: n81018977Nederlandse Thesaurus van Auteursnamen Persoon ID: 069584575Virtual International Authority File: 60396948 WorldCat Identities (via VIAF): 60396948, Artikel over het gedicht Wan bon als muurschildering in Rotterdam, Laudatio en fotoreportage van de promotie van Cynthia Abrahams-Devid, Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, Nederlandse Thesaurus van Auteursnamen Persoon ID, https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=R._Dobru&oldid=58314673, Wikipedia:Commonscat met paginatitel zelfde als op Wikidata, Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen. Geeft Dobru in de korte Sranan-prozastukken van Matapi veel van de orale verteltechniek11- een aspect dat eens grondige studie verdient -, in Wasoema en in de dichterlijke tegenhanger ervan, de sociale protestpoëzie uit Koenoe (1968), schildert hij het leven van de stadscreool, meelevend in in letterlijke zin. Dit is ook het beeld dat velen zich van hem gevormd hebben; zelfs diegenen die het politiek niet met hem eens waren, gaven hem veel krediet. Waarin de combinatie van nationalisme en verheerlijking van grote leiders kan resulteren, is blijkbaar niet bij Dobru opgekomen. Ook de Surinaamse schrijvers Trefossa, Slory, Shrinivási, Ooft, Doelwijt, Verlooghen en vele anderen waren goed vertegenwoordigd. Daarnaast moet genoemd worden de energie die hij investeerde in de bundeling van schrijvers rond ‘Moetete’ en de public relations-taak die hij voor de jonge Surinaamse literatuur vervulde met zijn voordracht voor Surinaams en Caraïbisch publiek. Met de doorbreking van het taboe op het naar buiten brengen van het bakadyarileven, doorbrak Dobru ook het taboe op wintidinges en dat is geen geringe verdienste. Hij zou uitgroeien tot een van de belangrijkste figuren binnen deze beweging. Hij schreef in deze tijd veel politieke gedichten, waaronder het gedicht 'Sjaki', over een parlementariër die na verkiezing zijn volk niet meer in acht neemt. Javaanse en Hindoestaanse critici hadden zijn werk een 'Creoolse aangelegenheid' genoemd. (Veel beter als negerpoëzie is dan het Engelse ‘soul’-gedicht ‘hello januwa’ uit Boodschappen uit de zon (1982). Wij hebben ons hier bezig te houden met hoe hij dat deed in zijn literaire werk. De vrouw is het wild en de man de jager, zo wil het grote publiek het graag zien. Zijn Srananproza heeft - met één uitzondering12- de tweeëneenhalve bladzijde van Matapi nooit overschreden, zijn Sranan-poëzie beoogde niet de conserverende en reactiverende functie van de taal van Slory en Cairo en zijn Surinaams-Nederlands bleef altijd binnen de grenzen van de ABN-grammaticaliteit. Over ‘De stilte van het ongesproken woord’ in De Leeswolf, 4 september 2014: De stilte van het ongesproken woord is de titel van een boek en een dvd, gewijd aan drie Surinaamse dichters: Trefossa, Shrinivási en Dobru.De componisten Dave MacDonald en Robin van Geerke hebben de gedichten in de verschillende talen als Hindi, Nederlands, Sranan, Sarnámi en Engels opnieuw … Moeten we nog een balans opmaken? De tweede strofe opent opvallend: wan liba. Geen wonder dat bij zoveel volmaakts de geliefden elkaar in de armen vallen als twee fietsen die tegen elkaar staan en elkaar zo in evenwicht houden (p. 32). Zeker heeft Dobru bijgedragen aan het verzet tegen wat wel eens genoemd is: de censuur van de ontculturalisatie. De R. Dobru-stichting die zijn gedachtegoed levend wil houden, publiceerde een kalender met zijn gedichten, maar liet verder zelden iets van zich horen. Zijn poëzie heeft in de vroege jaren enkele zuivere gedichten opgeleverd, maar verviel meer en meer in het afwikkelen van een recept. Als propagandadichter had hij het publiek in zijn hoofd en de poëzie kwam achteraan hollen. Het stijfsel zou de Surinaamse cultuur moeten behouden. Veel van haar toneelstukken werden door deze groep gespeeld. Onderwerpen Sranan Tongo Taal Sranantongo Serie Flamboyant/P Meer informatie Uitgever Flamboyant/P., Rotterdam Verschenen 1973 ISBN 9070086042 Kenmerken [31] p, 21 cm Promotor was prof. dr Michiel van Kempen, copromotor prof. dr em. Hele gedichten zijn dan nog slechts te herkennen als poëzie in de verdeling van zinnen over korte regels: Dit fragment uit Tjasnet (1975) is op het gehoor niet te onderscheiden van een fragment uit een politieke rede. Deze constatering ten aanzien van de zichzelf herhalende Dobru is een literaire vaststelling. ‘Wij maakten slogans en bralden die uit, om gehoord te worden. Een ijzersterke Surinaamse vertegenwoordiging draagt tijdens Carifesta de alakondre-gedachte uit, die via Dobru’s gedicht Wan Bon bekend is geworden in het hele Caribisch gebied.De veertiende editie van dit dynamische kunst- en cultuurfestival begint donderdagavond in Port of Spain, Trinidad. Zijn belang voor de literatuurgeschiedenis is echter groter geweest en niet licht te overschatten. Op 9 februari 1973 werd R. Dobru tijdens een van deze stakingen door een aantal agenten mishandeld. In zijn literaire werk is er wel de internationale solidariteit, zijn meeleven met verwante naties. Walrecht, die geen Sranan kent, baseert zich op een bron: de dichter zelf die vijftien jaar na dato het gedicht interpreteert vanuit een denkwereld die zich, aldus Dobru's Wan monki fri(1969), eerst na de ontstaansdatum van het gedicht ontwikkelde. De derde zijn nationalisme, zijn fungeren als geweten van een steeds onafhankelijker wordend land. In het titelgedicht Matapi wordt een cassavepers aangeschreven; een pers waarmee de schadelijke stoffen uit de cassave worden gehaald, waarna er een soort stijfsel overblijft. We bedoelen dat niet eens zo-. Het fenomeen Dobru - en we hebben het dan over de twee-eenheid schrijverspersoonlijkheid en man in het leven van alledag - is enkel in het juiste perspectief te zien, wanneer we aandacht besteden aan vier constanten. [Gronmama van Trefossa] Drie Surinaamse dichters op muziek gezet Op vrijdag 19 september vond in de Pletterij een uniek optreden plaats van op muziek gezette gedichten van drie van de belangrijkste Surinaamse dichters, Dobru, Shrinivási en Trefossa. Toen hem eens gevraagd werd of hij leefde van de pen, antwoordde hij: "Ik leef van de revolutie! Het is een deel van een knipsel uit NRC-Handelsblad van 25 XI 1975, met enkele Surinaamse gedichten van Dobru en Shrinivas. (TIP) Surinaams gedicht nodig? Dobru was juist de man van het trotse ‘Ik ben een neger’. Met name Wasoema, de bundeling van eerder in de ‘Vrije Stem’ verschenen verhalen, behoort tot het beste proza dat Dobru geschreven heeft. Welnu, kort dan. Revolutie is voor Dobru altijd een nationaal begrip geweest. De bul werd dertig jaar na Dobru's overlijden in ontvangst genomen door zijn weduwe, Yvonne Raveles-Resida. Met dit idee van overcompensatie in het achterhoofd kan voor ons iets duidelijk worden omtrent Dobru's nationalisme. De peetvaderfiguur van Bigi Dorsi, de verpauperde wagiman Ba Tjali, de reus Nellius Meid (bijgenaamd Spanjoro) met zijn oneindige reeks affaires, de vrouwen met hun onregelmatige bezoek: het is een curieuze stoet die voorbijtrekt en één die zeldzaam levendig getekend wordt. Daaruit kan dan ook verklaard worden dat hij in 1967 met een bundeling kwam van zijn eerder in het dagblad ‘Suriname’ verschenen liefdesverhalen. Aan de hand van verschillende metaforen beschrijft hij hoe Suriname weliswaar diverse bevolkingsgroepen kent, maar toch in staat zou moeten zijn één geheel te vormen. Thuis moest je tegen je ouders Nederlands spreken, al spraken ze je in het Surinaams aan. Deze uitingen spelen een rol in het retroactief-historische proces van de vorming van de tradities die de nationale identiteit van Suriname uitmaken. In 1990 stond hij met gedichten in De Gids en nog in 2004 nam Het Liegend Konijn een flink aantal gedichten van hem op. Dobru's declamatie heeft school gemaakt, poëzie wordt nog vaak op zijn wijze voor het voetlicht gebracht en ‘Wan bon’ wordt nog steeds door scholieren uit het hoofd geleerd en in Dobru-stijl gepresenteerd. Dobru is bekend van het gedicht ‘Wan bon’. Wij moesten gehoord worden.’, schrijft hij in Wan monki fri (p. 56). Anderen zullen zich bezig moeten houden met de vraag wat de reële politieke invloed van Dobru geweest is, de vraag naar zijn bijdrage in het gistingsproces van het decennium vóór Suriname's staatkundige onafhankelijkheid en de jaren daarna, toen - zoals in alle dekoloniserende landen - het besef doorbrak dat het binnenlandse kolonialisme het roer had overgenomen van het buitenlandse. Bovendien wordt het vanaf de jaren zeventig bijzonder moeilijk om zijn gedichten van zijn politieke redes te onderscheiden. Net als tijdens de Dobru Neti in september staat de mic voor iedereen open. Maar juist door de De levendigheid van vertellen waarmee hij dat deed, bereikte hij onder meer door - anders dan in Bos mi esesi - de dialogen grotendeels in het Sranan te zetten. Het gedicht wordt nog regelmatig bij nationale gelegenheden voorgedragen en heeft een belangrijke symbolische functie binnen de Surinaamse literatuur ingenomen. Bert Paasman. Het is al gezegd: in de keuze van zijn literaire middelen was Dobru een pragmaticus. Het is evenals wan bon van Dobru één van de gedichten die binnen de Surinaamse poëzie algemene bekendheid heeft verkregen en als klassieker kan worden beschouwd. Zoals Michiel van Kempen opmerkt in Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur, zal R. Dobru's latere poëzie steeds vaker neerkomen op ‘het afwikkelen van [hetzelfde] recept’. En in dat licht bezien komt Dobru meer eer toe. Met gedichten kan de woordkunstenaar kort en kernachtig zijn gevoelens tot uiting te brengen. Matapi is waarschijnlijk Dobru's beste bundel, van een thematische en vormtechnische variatie die hij daarna nooit meer gepresenteerd heeft, en met verzen van een kracht die hij nog maar zelden - en zeker niet meer na ‘Dertien galgen’. Dobru was geen diep denker, hij was de man van de aanspreekbare idealen. In de verzameluitgave Boodschappen uit de zon; gedichten 1965 - 1980, verschenen in 1982, treffen we 33 gedichten aan. Het gedicht ‘ik ben een neger’ uit Bar poeroe (1970) behoort tot Dobru's bekendste: Hoe belangrijk deze identiteits-bevestigende regels voor de creoolse massa ook waren, als poëzie is het, om bij Dobru's woorden te blijven, geleuter, want het zit vol met stoplappen, zinsvullers. Wie zich niets van deze criteria aantrekt, stelt Dobru buiten elk referentie- en vergelijkingskader - zoals dat met god gebeurt - en kan dan ook niet tot een positiebepaling van Dobru komen. Het is goed om te beseffen dat in het jaar van Oema soso, 1968, ook een Surinaamse roman als Ferriers Atman kon verschijnen, waarin de verhoudingen wel heel wat anders liggen. Ik was oneerbiedig." Hij zei, toen Slory nog in Nederland zat, over zijn eigen Sranan-gedichten: ‘Als Slory terugkeert, berg ik mijn pen’.13 Dobru's Sranan is - zeker in vergelijking met dat van Slory - eenvoudig. Dit artikel was in eerste aanleg – met toestemming van de auteur – gebaseerd op een lemma uit Michiel van Kempen. We citeren de laatste zinnen van het tiende hoofdstuk (p. 63): De aanspreekbaarheid van het boek zit hem deels in de schematisering van de maatschappelijke (mondiale) verhoudingen waarop het is gebaseerd. Zelf probeerde R. Dobru zijn idealen zo min mogelijk te verloochenen in het licht van politieke concessies. In 1955 heeft Dobru poëzie in zijn hoofd en het publiek kwam later wel. De Surinaamse held heeft in Cuba verschillende leidinggevende functies bekleed. Het geeft ons de eeuwige combinatie van jongen plus meisje, plus de lachende derde (een vriend of groep vrienden wier horizon bepaald wordt door fuiven, bioscoop en Parbodjogo's). Dobru stimuleerde velen tot schrijven in het Sranan en Surinaams-Nederlands en werd door velen nagevolgd. Hij was redactielid van het tijdschrift Moetete (1968-69). Dobru was een van de eerste schrijvers die de orale traditie van het Sranan doorbrak. Op school werd hem verboden om Sranan, zijn moedertaal, te praten. Dobru was geen Sranan-voorman als Trefossa, Bruma, Doorson, maar dit wil nog niet zeggen dat zijn verdiensten als Sranan-propagandist niet minstens even groot zijn geweest. Wanneer de vorm wegvalt, dan blijft er niet veel meer over dan Dobru's intentie, gegoten in een vormeloze hoop woorden, zoals onder andere een ander bekend gedicht laat zien, het larmoyante ‘Het hoertje’ uit Dertien galgen (1973). Dagelijks nieuwe gedichten. Zo te zien heeft Dobru pas laat - na Suriname's onafhankelijkheid - beseft dat zijn bewondering voor staten als de democratische volksrepublieken van Korea, China en Cuba niet te rijmen is met het nergens in een breder internationaal verband geplaatste nationalisme zoals dat in met name Wan monki fri tot uitdrukking kwam. De tekst is beschikbaar onder de licentie. Zijn pseudoniem betekent: dubbele R, een verwijzing naar de initialen van zijn voor- en achternaam Robin Ravales. Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (The Digital Library of Dutch Literature is a collection of primary and secondary information on Dutch language and … In Matapi vinden we heel wat sterkere gedichten, bijvoorbeeld het zuivere liefdesvers ‘Als ik wist’ waarin de verliefde ik de. Zijn beste gedichten werden bijeengebracht in Boodschappen uit de zon (1982). Poetry International heeft een uitgebreide collectie van dichters en gedichten, maar ons off-line archief is nog veel groter. Ook in Wasoema is het het leven rond de pras'oso's dat Dobru tot vertellen zet en wat hij ervan gemaakt heeft, behoort tot het beste rond dit onderwerp. Dobru is ongetwijfeld een van de meest kleurrijke figuren uit de Surinaamse literaire wereld. R. Dobru raakte al op jonge leeftijd geïnteresseerd in het Surinaams nationalisme. Literair bezien - niet te verwarren met: literair-historisch bezien - is R. Dobru een uiterst middelmatige figuur geweest. Dan wordt direct duidelijk dat Dobru slechts een beperkt aantal registers bespeelde: woordintonatie en gestiek. De armoede, het gebrek aan hygiëne, de stank, het onrecht, de sociale ellende: ze worden bijna mooi door Dobru's pen. Laten we echter niet vergeten dat ook een Shrinivâsi van hem de push kreeg om zijn werk uit te geven (en deze was niet de enige die een gedicht aan Dobru opdroeg). Gedicht van R.Dobru: WAN . Zo schreef ze niet alleen theaterstukken, gedichten en verhalen, maar ook de eerste Surinaamse thriller: Toen Mathilde niet wilde … (1972). Bos mi esesi geeft elf tienerstory's (die overigens heus wel door menig volwassene gelezen zullen zijn), compleet met reclames voor Glenn's Supermarket - Ren naar Glenn - en de Gelderse rookworst van Gwamba.6 Het boekje lijkt qua vormgeving sprekend op de pulplectuur die John Slagveer met zijn Moedervlek -serie momenteel op de markt gooit en is ook inhoudelijk nauwelijks beter. Het is echter van hetzelfde laken een pak, dezelfde platte burgerlijkheid, met dien verstande dat de mannelijke hoofdpersoon hier voor een keuze tussen twee meisjes, twee zusjes nota bene, komt te staan - die natuurlijk allebei weer mooi en prachtig zijn. Van militaire wandaden nam hij nooit afstand. Ik wil dat de ogen van mijn volk opengaan.". Hoewel Dobru in eerste instantie enkel in het Sranan schreef, zette hij later Nederlands in om een grotere lezersgroep te bereiken. Al in zijn eerste bundel, Matapi van 1965, vinden we alles wat vormtechnisch des Dobru's is: de parallellie van de zinsopbouw, de repetititio van zinnen en zinsdelen (het 23 maal herhaalde na mi dé in het latere ‘Dertien galgen’ spant hierin de kroon), de opening van gedichten, strofen en zinnen met een imperatief (gebiedende wijs) of met een combinatie van ‘ik’ plus persoonsvorm. De derde strofe: wan ede / someni prakseri / prakseri pe wan boen moes de. Shrinivási (Suriname, 1926) English woensdag 2 april 2014. Alle spanning ontbreekt, de taal is slap en als enige verontschuldiging kan aangevoerd worden, dat Dobru zijn verha-, len voor tieners schreef, die nu in plaats van blanke dames waarover de vroegere keukenmeidenverhaaltjes gingen, - kinderen van hun eigen volk zagen optreden.’, Een vergelijking met zijn tijdgenoten werkt hier ook niet in Dobru's voordeel, want Coen Ooft had met Spanhoek in 1958 al laten zien dat liefdesgeschiedenissen ook heel anders op papier kunnen worden gezet. Hij zal de ontstaanstijd, mei 1955, om het vroege jaar met terechte trots blijven vermelden, Trefossa kwam immers eerst twee jaar later met Trotji. Latere gedichten over de armoede zullen niet suggereren, maar onverbloemd noemen. Slechts voor ons, hier en nu, bestaat deze vierdeling; voor Dobru, daar in zijn wereld en toen in de jaren van zijn bewustwording (midden vijftiger jaren) tot aan zijn sterven in 1983, bestond dit onderscheid in vier constanten niet. Surinaamse literatuur omvat alle mondelinge en geschreven teksten en andere communicatieve uitingen (interacties) in een van de talen van Suriname, die een aspect van literariteit bezitten.
Summer Fire Academy, Detroit Apartment Fire Today, Securecrt Patch Keygen, Good Supply Purple Monkey Reddit, South Rutland Elementary, Taxis Greek Meaning, Mlb Com Rockies Roster, Cordoba Ukulele Price In Bd,